uitdrukken (uitduwen)

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Kelly drukt haar sigaret uit in een volle asbak.

De jonge man moet lachen en drukt zijn peuk uit.

De vrouw van in de vijftig heeft haar sigaret voor de deur uitgedrukt [..].

Mee-eters laten zich gemakkelijker uitdrukken, als u de huid even weekt met warm water.

Het idee dat zijn moeder haar sigaretten altijd naast de asbak uitdrukte!

Mijn sigaret druk ik langzaam en weloverwogen uit in de metalen asbak.

Wilt u mee-eters toch uitdrukken, gebruik dan een 'comedonen-lepeltje'.

Smith was verslaafd aan alcohol en drugs, was depressief, drukte sigaretten uit in zijn huid.

We hebben trouwens ook gezien hoe ze een minuut voor ze aan de zuurstofmachine gaat, haar sigaret uitdrukt.

En op dat moment trekt ze haar hand weg uit die van Don, drukt ze haar sigaret uit en loopt weg.

Dan druk ik met een gebaar van afkeer de peuk weer uit en vraag mezelf waar ik mee bezig ben.

Jean Sebastien drukt z'n peuk uit in de asbak op het caféterras.

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

mee-eter

peuk

sigaret

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

prepositiegroep

in

op

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.